kiezelstranden omzomen mijn water in de woestijn
gesloten in ogen gevouwen, zuchtend naar een mond
vloeibaar naar weiden of een verworpen stad
bevangen aan uiterste randen van trillende lucht
op een morgen ontwaakt
nog beschonken van donker
de volgende dag na vandaag
met daarboven eeuwig hemel
het zicht ontnomen, in kluwen tot stof vergaan
mijn steen verdronken, in de veelheid van het plein