Verzoen je tijdig met al wat vergaat
en laat je hart zijn hele verlangen bijeengaren
dat heel groot is en niet past in een graf.
Maak van dit verlangen het lied van je hart.
Verzoen je tijdig met de beek die verstijft
en samengekropen vastvriest onder de brug.
Eens was zij het mooiste lint in het haar van de zomerse velden.
Eens liep zij wild en zilverslingerend door het bos.
Het was in de lente.
Een meisje liep naar huis met een mand vol morilles.
Ze was mooi.
Het was lente.
Verzoen je tijdig
met wat de moeite waard is te worden gemist,
met al wat zijn weg vond ddor de zomer en dan stierf.
Verzoen je in de tijd van de herfst met de gele bladeren,
die aarzelend de takken verlaten
op een dag dat de zomer troonafstand doet in de wind
en de boom zijn kroon aflegt
op het kussen van mos dat zal overleven.