vandaag, ben ik bitter,
verkleumd van kou.
mijn huid steeds witter,
denkend aan jou.
je was zo klein en teer,
weggenomen zo snel.
diep vanbinnen doet het zeer,
een echte kommer en kwel.
je kreeg de kans niet op een leven,
is het dan toch mijn fout?
ik wou je alles geven,
samen sterk en oud.
maar god beslistte anders,
hij nam je terug bij hem.
daarboven waren meer voorstanders,
voor een leven dicht bij hen.
nog steeds vraag ik me af,
hoe je leventje zou zijn.
ik bezie het nog steeds als een straf,
je lichaam zo teder en fijn.
michiel ik hou heel veel van je,
woedend op mezelf.
ik verloochende je naam,
verstopte mijn angst.
nu word je vier,
en nu durf ik te spreken.
mijn hart vond een kier,
om jou eindelijk te doen breken.
je brak binnen in mijn hart,
ik verwerk nu mijn pijn,
misschien heeft het lot ons getart,
maar nu besef ik dat je steeds mijn jongen zal zijn.
meggie je zusje wordt al groot,
het wordt een flinke meid.
en jij waakt over haar schoot,
zodat zij nooit pijn lijdt.
waarom ? michiel? waarom?
ik vraag het me steeds weer.
was ik te laat en dom?
of was het je lot bepaald door de heer?
nooit zal ik het weten,
maar nu ben je dichter dan ooit.
het zal nog jaren aan me vreten,
jou vergeten doe ik nooit.
nu begin ik te aanvaarden,
dat het leven verder gaat.
je herinnering in mijn hart bewaarden.
tot er een dag komt...
en jij weer voor me staat.
want ooit zijn we weer samen,
die dag komt gauw.
dan kan ik eindelijk doen,
wat ik altijd al wou.
Michiel mijn jongen,
op een dag kom ik eraan.
dan vul ik mijn hart en mijn longen,
met jou goedheid gevuld in een traan.
ik hou van je,
dikke kus
je mama