Een ongewoon gesprek,
Zeg, waarover wilde jij mij spreken? Het gaat toch niet weer over mijn betwiste bestaan ?!
Jij weet hoe ik daar over denk. Laat hen maar mijn aanhang verketteren, immers schittert de ijzeren Maagd duizend zonnen in de schaduw!
Het wee en wel, zwelt op en af sinds Goliathkinderjaren en geen aderlating brengt het tot bedaren laat staan Galileo of de paus en zijn heilige wijwater. Geloof in dezer tijden is ontlooft. De Renaissance droomt enkel nog over romantiek. Moderniteiten verzieken entiteiten met spilzuchtige siliconenpartijen.
In de waas van de dag, wanen de barbaren zich superieur aan mijn gezag! Laat ze het goddeloze ophemelen tot dat zij wederkeren tot kruipende maden in de schoot van moederaarde. Verblind
binden zij zich vast aan hetgeen tijdelijk blinkt, dat op twee benen hinkt! Wij zullen hen eraan herinneren wanneer de tijd breekt.
Water tot aan lippen grazen de koeien nietsvermoedend al het groen. De slagers azen, de aantal mee-eters groeien als gloeiende kolen in het aangestoken vuur. Hoeveel zondes nog te passeren, grote smurf?
Beëlzebub volgt ons op de hielen als déjà vu van Achilles.
De correcte vraag luidt: hoelang maakt men zijn gang tot bewustwording van eigen verantwoordelijkheid tot dan is elk overwinning pyrrhusiaans dan wel freudiaans, laat daar geen misverstanden over bestaan!
Wordt vervolgd