Ik voel de leegte, de kou, de verbetenheid om me heen.
Alleen op de wereld, alleen op mijn kamer, alleen in mijn hoofd.
Toch hoor ik stemmen: zinnen en woorden. Deze doen mij verdriet en laten mijn tranen sneller vallen dan het regen buiten doet.
Ik kijk in mijn ogen en zie boosheid, maar ook angst en verdriet. En vooral pijn.
Pijn voor de mensen die mij liefhebben en die voor mij zorgen.
Pijn voor de dingen die gezegd en gedaan zijn.
Ik wil weg! Weg van de plek waar ik ben gebonden, naar de plek met vrijheid en een warm gevoel.
Maar ik zit vast, vast in mijn gedachten en emoties, en kan de uitweg niet vinden.
Kon ik de tijd maar terugdraaien, terug naar hoe het allemaal ooit was. Het gevoel een doel te hebben.
Te lang heb ik mijn emoties getart, en mij mentaal verminkt. Ik laat mij nu een keer horen en gelden!
Mijn emoties moeten eruit, voordat de bom gaat barsten.
Maar tevergeefs, de schaduw heeft mijn lichaam overgenomen en vergiftigd.
Ik zit vast!
Niet wetend hoe – en of ik eruit kom. Denkend wie je nog lief is. Vragend of er nog een zin is in ’t leven.
Ik kan aan de schaduw en leegte ontsnappen, de wereld opent zich voor mij en geeft mij de mogelijkheden voor een beter bestaan.
Zolang ik mij open stel en geloof dat ik ’t kan, is alles mogelijk.
Ik kan ontsnappen!