Ze nam een penceel
En kleurde alles zilver
Toen de oude Goden nog werden aanbeden
En ik me richtte tot Aphrodite
Was ik haar geheime aanbidder
Ik bad in fantasiën
Nu is ze vergeten
En zweeft haar naam ergens
Onuitgesproken over koude bergtoppen
Maar ik herinner me nog die nachten
Rond de toen nog jonge tempels
Hadden wij gedanst
Ons achter dorische zuilen verschanst
Olijven gegeten
Van Dionysos wijn geproeft
Marmer, alles was van wit marmer
Kouros en koré
Wij twee
Zonder theater, ze wou
Serieus genomen worden