8888888
gelijk
op mijn tijd die ik liet vallen, achteloos
en mezelf er ook eens achteraan nog
in de rondte van het te vele uurwerken
lag ik daar plots zonder tikkend moment
gedachten slepen mij bij de jaren
woorden drinken mijn hart vol vuur
nooit precies gelijk als in toen in jou
de rede wijst mijn klok vooruit
op mijn herinnering kan ik niet varen
en de ingekerfde dromen in het hout
wie kijkt er nog om naar de stralen
zag ik nooit wat had moeten gebeuren
twee kaften met versleten dromen
papier waaraan de muizen vraten
nooit met elkaar in harmonie getoond
gesloten en in stilte verstreken fijn
8888888