Respectloos stroomt de drank door de gootsteen.
Ik hoef niet meer. Geef mijn glas maar aan de glasbak van de Lidl.
Je had gelijk. Mijn schoenen waren een maatje te groot.
Er zaten blauwe plekken op mijn trui en ik begroef de waarheid onder jouw bed.
Ik verstopte mezelf achter de maan. Heb het je moeilijk gemaakt.
Weg met alle schone pret aan de muur. Voor mij geen nasi.
Laat het rusten tot de zomerstorm verstompt, over is gewaaid.
Malle Lassie ben je niet. Ik moet ook gewoon huur betalen.