In het ledige van de chaos
dwalen wolven weeral rond,
tot de dood intreedt- maar
niet in dit land. Nooit.
Het scheiden der levenden
aan de horizon van gedachten
is meedogenloos; ze is in verwachting
van de dood, 's levens bruid.
Klaar met het fiasco,
falend schepsel gods-
losgeslagen logica
heeft nu ook de ziel vermoord.