De geboorte van zelfbehoud
Eigenlijk is het leven één lange reis
van hoop overgaand in eenzaamheid
met onderweg, hier en daar, losjes verdeeld
wat eigenheimers, teringlijders, onkundig bedeeld
of nep-vestaalse-maagden met wie we ’t glas heffen
die ons, héél vakkundig, ‘net daar’ treffen
waar onze zielige ziel zo naar schreeuwt
ons hart in duizend stukken van breekt.
En pas, als die scherven hun mening krijgen
komt er een eind aan het penetrante lijden
dan pas ontwaakt in ons opnieuw de zin
zelfs ’n leven als dat van mij is niet te min
dan krijgt zelfs een dromer als ik een waarde
al is die gelijk aan as in een urne, verschroeide aarde
een zelfbeeld, ‘n nieuwgeboren ‘ik’ van klatergoud
badend, in een monstrans van vurig zelfbehoud.
19 Maart 2012