Door het oerwoud van leven
baan ik dwalend mijn eenzame weg
waar takken mij grijpen
en ik al het oude vaarwel zeg
Over platgetreden paden
spoed ik mij al vele levens voort
en met ongekende moed
zoek ik de enige toegangspoort
Word ik aangetrokken
door een oogverblindende klaarheid
die zacht en uitnodigend
mij ongeweten steeds heeft geleid
Vergezeld van schaduw
nader ik die sfeer van helder licht
die doet verblinden
en mij oproept tot mijn ware plicht
Uitgeput bereik ik
na een lange, pijnlijke zwerftocht
het doel van mijn zwoegen:
Ik Ben, dat is waar ik altijd naar zocht