De randjes van de foto zijn vergeeld en voelen verouderd aan
als een huid die met de jaren haar souplesse verliest
Die lach op mijn gezicht ken ik uit duizenden
een geplooide mond verdeeld tussen fictie en werkelijkheid
Mijn lijf verwarmt zich bij het zien van dit bewijsstuk
uit een tijd waarin ik alles zomaar leek te kunnen maken
Zogenaamd onbezorgd en onbezonnen in het leven
‘Vroeger was alles beter’ klinkt in mijn hoofd, maar geloven doe ik het niet
Nostalgie naar hoe het was, hoe zou het zijn geweest als ik wel...
Ergens kriebelt de drang naar een paar minuten in het verleden
En toch geniet ik grotendeels van het heden, de toekomst
een groot vraagstuk waar ik nooit grip op hebben zal