Jarenlang dacht ik: hij bedoelt het goed,
je was degene die me elke morgen begroet.
Overal konden we over praten,
en ik had niks in de gaten.
Ook al vond ik bepaalde dingen erg raar,
ook als ik dat zei stond je voor me klaar.
Ik ging steeds meer inzien dat wat jij deed niet klopte,
en wist dat als je de volgende dag weer kwam ik me liever verstopte,
Helaas kon dat niet, het moest gebeuren,
het enige wat ik kon doen, was erom treuren.
Vaak heb ik tegen je gezegd: Ik kan het niet, ik wil niet meer,
dan zei je dat het moest, dat deed me altijd zeer.
Mama mag er niet achter komen zei je dan,
en dan was ik weer degene die zich weer hernam.
Ik kon het niet meer, kon er niet meer tegen,
dat kwam bij jou niet erg gelegen.
Alles heb ik eerlijk verteld en gezegd,
en alsnog heb ik alles verpest.
Jij hebt me mijn moeder afgenomen en bij me weggehaald,
de politie is degene die jouw straf bepaald.
Hoop dat ze jou jaren geven,
zodat jij ook ongelukkige momenten zal beleven.
Ooit zullen bij mij de wondjes gaan helen,
en neem ik afstand van mijn verleden.
Ooit wordt jij ongelukkiger dan mij,
dan denk je; had ik nu maar van haar afgebleven, dan was ik nu blij.