Stiltetoetsen
maken door de middag verstrooide oogleden open
en ook woorden
die onwetend wegglijden
tussen de ragfijne vezels
van de eensgezinde verwachting
die daagt door spleten of ramen van dingen.
Hier heeft het geen belang meer
welke de volgorde van de woorden is,
omdat elk woord zijn eigen stilte achternazit
en zoals alle woorden
een nieuwe stilte tracht te scheppen.
Hier is alleen van kracht
die gemeenschappelijke ademhaling van mens en niet -mens
die sticht wat leeften wat niet leeft,
wat niet is en wat is,
de onweerstaanbare adem
van de vorm die keer op keer geboren wordt.
En zo verdampen zelfs de resten
van het niets en van de dood,
want hier blijft niets meer over
dat niet geboren is.
En hier is geboren worden
veel doorslaggevender dan doodgaan.