Chocolade ijs met korreltjes en slagroom
Het ultieme genot, mijn alledaagse dagdroom
Ijskoud, smeltend in mijn hete mond,
Wist niet dat zoiets lekkers bestond
Chips met paprika en zout
Laten me nu oh zo koud
Want ik ben een vrouw die weet wat ze wil
Mijn nagerecht blijft ijzig kil
Net alsof het zijn einde voelt naderen, tot in 't puntje van z'n korrel
Mijn hand grijpt naar de Whiskyfles, een stevige borrel
Kan maar niet beslissen
Kan er niet naar gissen
Vermoord ik nu die lekkere ijs
die zalige spijs
Iemand vermoorden gewoon uit puur genot, verlangen
Mijn lepel blijft roerloos in het schaaltje hangen
Zijn kopje naar beneden, helemaal verward
Tja, lepeltje, de wereld is nu eenmaal hard
Met een haast onmenselijke snelheid
Ben ik eindelijk tot moord bereid...