Vang jij mij op.
Op een zwoele zomeravond,
keek ik van uit mijn raam,
naar een heldere nacht,
vol weerkaatsing van het licht.
Een nacht die verbond,
jou naam,
met zoveel waarheid,
versterkd in gedicht.
Jij maakte alles anders voor mij,
zoals ik leefde,
of gaf om de wereld,
maar ik wist niet.
Wat ik zie is, wij,
en momenten die we beleefde,
sommige dingen geregeld,
bespaard het verdriet.
Jij geloofd me niet,
vertrouwd me niet,
bent bang voor mij,
maar je weet wat je voeld.
Het doet je verdriet,
maar je zegt het ook niet,
want al wat ik wil, ben jij,
het goed bedoelt.
Maar kennelijk jij mij niet,
zowel had je wat gezegt,
dan had ik gewacht,
zonder twijfel.
Zing ik nu het laatste lied,
het einde van het gevecht,
kan ik nog door, heb ik nog kracht,
doe gewoon een stuk omhoog die luifel.
We komen er wel,
jij voeld het ook.
en ook al zeg je van niet,
dan nog voel je het wel.
Wat als liefde in mijn leven stapt,
en ik niet meer kan.
Vang jij mij dan op,
jij waar ik naar verlang?