Jij zei
dat je je had verdroomd vannacht
en elke nacht daarvoor
op bonte vleugels ver gevlogen
slapend wakend, wakend slapend
tot de dageraad je wakker kuste
en je een kussen vol zonlicht vond
Ik dacht
dat je dromen sturen kon
zachte hand door nachtelijke uren
herinneringen van vuur of water
slapend slapend, slapend slapend
tot de dageraad je wakker kuste
en je een kussen vol liefde vond
En wij
besloten hen in te zamelen
samen te binden tot dromenparade
vol schraalgedroomde liefdesdromen
wetend, wachtend, wakend. Slapend
tot de dageraad me wakker kuste
en mij in tranen op jouw kussen vond