In de nacht opgestaan, naar buiten gegaan
Ook daar barstte het leven om me heen
vuurvliegen, nachtvlinders en de maan
Er keek een kind door het raam
gekropen langs het trapje
In de morgen wakker geworden
met niet weten hoe ik was teruggegaan
Vanuit het bed waren natte plekken
van grote en kleine voeten te zien