Elke dag,
struin ik in waarachtigheid
Schilderijen verfrommelen
waar de reikende hand
gebald wordt door impulsen
van koppige vastberadenheid
Kuilen zwellen op als drempels
en druipen af met gehobbelde schaamte
Modderdrek verschoont zich pardoes
in het reine van de Rijn
Liefde naakt mij en slaakt zuchtend op mij
Zwavelig zijn mijn zweverige neusvleugels
Maar O, mijn kruin dreunt in eeuwigheid
en mijn gekreun druilt in aanwezigheid
Gewoon doorgaan, gewoon doorgaan…
Groeispurten stompen af, eindelijk
Puntige komma’s in nachtmerries
knevelen helaas de uitroeptekens, elke nacht
Slordig geklieder en doelloos waterig gewirwar
wordt keurig gebotteld en genuttigd
als hersenprikkelende frisdranken
elke dag...
Brainfreeze?