Het spannen van bogen ging me nooit goed
af, droeg altijd al dat allang geleden lied;
helde over regelhellingen, maar vergat nooit
de zin zelf. Zelfs nu, wacht er iets.
Eens gekomen was zoveel gebracht,
de gedachten achter net te lichte ogen
bleken mijn te zijn en al dat restte
was de nacht zonder lichtjes.