Obsessie.
Daar ontleedde ik tot driemaal toe mijn wallen
bleef tussen één en twee vingerkootjes steken
waar de kleinere vingers van mijn rechterhand
ook ‘n plots scheel kijken zou kunnen zijn
tussen neergeslagen en vermoeid zijn in.
Onverschillig zou je het kunnen noemen
het velletjes trekken van nagelriemen
- hoe zou je deze riem aan kunnen halen?
verbeten trek de streep - mijn mond
over deze lijn – er is geen concurrentie.
Een vierde poging tegen het vaalblauw
tussen perfectie en concealer drijft een grens
die bij ongeduldig tranen vegen breekt
slechts vervaagde plannen, er is geen tijd.
We beginnen van voor af aan.