Nu hier op mijn knieën, zie ik de regens komen en bepaalt de storm welke bomen om zullen vallen. Niet langer mijn zaag, niet mijn handen. Crash, crash en verga. Er komt een zwarte lucht aan, donker gedonder en ook mijn hart zal zich gewonnen geven. 'Waar zijn de engelen als je ze zo hard nodig hebt Matthias?' Ik weet het antwoord niet en gooi mijn telefoon in het diepste gedeelte van het meer, nadat ik er eerst heengelopen ben. Dit winnen voelt evengoed als verlies, maar omdat verliezen ook altijd als winst voelde, vind ik dat ik niet klagen mag.
Er zijn teveel woorden gebruikt om te bepalen dat we niet beschrijven kunnen wat er komen gaat. Maar laten we eerlijk zijn, er is nu geen ontkomen meer aan. Dus naast mijn telefoon heb ik alle ringen te water gelaten, de ronde gevalletjes die inderdaad erg snel zonken. Waren ze altijd al zo zwaar?
De tocht naar huis beviel me uitermate slecht, en zwaar. De doorweekte kleren heb ik aan de bomen gehangen, maar vervolgens haalde ik mijn voeten open aan de scherpe stenen waar we samen doorheen gelopen hebben. Nu, hier, binnen tussen de muren en onder het dak, heb ik niets gevonden dat van mij is en - dat is allemaal van mij. 'Zeg me wat ik weten moet, want ik ben onderhand zo vreselijk verdwaald dat ik denk dat ik hier maar blijf. Crash, crash en verga.' Laat het waar zijn.