Zeverend zoekt ze zoals niemand dat kan
handen grissen gretig over het tafeltableau
gister zat hij hier nog, fier tegenover haar
vanmorgen hervond zij hem daar,… morsdood.
Geen spoor, geen haar, geen schilfertje huid
had verraden hoe ziek hij was, al maanden
geen grimas, geen frons of getraande respons
emoties verbannen om leed te besparen.
Nu ligt ze levenloos in zijn silhouet
haar gevoel vloekt bij het witte tafelkleed
somber strijkt ze plooien glad en grieft
nimmer in haar leven was ze ooit zo verliefd.