Ik geloof niet in mezelf,
wanneer ik vertel dat ik het kan.
Ik geloof niet in mezelf,
wanneer ik begin aan een nieuw plan.
Ik geloof niet in mezelf,
wanneer ik aan de toekomst denk,
en mezelf vertel dat ik het halen kan.
Ik geloof niet in mezelf,
wanneer ik naar het verleden kijk,
en mezelf vertel dat ik eht veranderen kan.
Ik geloof niet in mezelf,
wanneer ik aan het huilen ben van verdriet,
en mezelf vertel dat het niet mijn schuld is dat ik het allemaal toe liet.
Maar ik geloof wel in jou,
wanneer je me verteld dat ik mooi ben.
Ik geloof wel in jou,
wanneer ik eraan denk hoe blij ik ben dat ik je ken.
Ik geloof wel in jou,
waneer je me verteld dat je van me houdt.
Ik geloof wel in jou,
wanneer je me vol vertrouwen verteld dat je aan onze toekomst bouwt.
Maar bovenal geloof ik in jou,
omdat jij in mij geloofd..
en ik van je hou.