Weer hadden we het erover
hoe jij met spinrag en spuug
een onmogelijkheid schiep
mij bewaarde voor een vroege dood
in een godvergeten kleine grot
opdat ik eens voor jou alleen
een tempel stichtte voor een bewijs
dat al ons ongerijmde
naar een schitterende kroon
van tomeloze liefde stak