Mensen kindje
O, arme mensen kindje klein
reeds in de moeder schoot
waarom mocht jij hier toch niet zijn
en maakte ze je dood
Je was al uit verkoren
om hier te mogen leven
een mens mag dit toch niet verstoren
leven is toch geven.
Je komst werd echter niet geduld
men ging je zelfs al haten
een levens wens werd niet vervuld
je smeken mocht niet baten.
Toen werdt gewoon weg en spontaan
het leven je ontnomen
verboden verder te bestaan
je mocht niet verder komen
Wie weet wat er geworden was
uit jou,van toen zo klein
geweten hadden we het pas
als jij er nu zou zijn
Ik leg in mijn gedachten vast
een kijkje in jouw ziel
een ouder zag jouw als een last
zag niet,wat haar ontviel.
Toch blijf ik hopen op het recht
voor pijn jou aan gedaan
en bid ik stil voor jouw gevecht
zo blijf ik naast je staan.
Niemand neemt zo maar zonder straf
wat God eens heeft gegeven
en neem je af,wat Hij eens gaf
ontneem je,je eigen leven.
B.K.