De steen rolt.
De steen bolt
en sleurt rotsen
met zich mee.
Eén kiezel wordt tot lawine.
Een enkele daad,
aarde stort zich in de diepte.
Een briesje
en het stormt.
Een ongeluk gaat nooit alleen
het sleurt de wereld mee in de diepten
en wie erin leven moet
rolt en bolt mee
tot de bodem.
Daar gekomen
bloedend en gebroken
heelt tijd de wonden
Na al de weken
een litteken.
Dan weer rechtstaan
en verder gaan
naar zonnige hoogten
verdrietloze droogten
in de hoop er ooit te komen,
in het geluk.