Ik bekijk hem
sla geen centimeter over
zie elke porie
van top tot teen
Onbeschaamd laat ik in het midden
mijn blik langer als nodig
en meer dan veelzeggend hangen
trek één voor één uit
wat zijn vleesgeworden lijf bedekt
met mijn ogen gooi ik de waardeloze vodden
met zijn kwijtgeraakte zelfrespect
met een rake worp in de hoek
Pas als ik klaar ben
mij heb bot gevierd
uitgeput doch voldaan
hem weg zie vluchten met zijn vodden
een voet in de pijp van zijn broek
hupsend om zijn shirt aan te krijgen
binnenste buiten zoals hij.