Leeg, uitgeput, brak, kapot.
Zo voel ik me, dag in, dag uit
Ik loop op straat, zoek om me heen
niemand die me ziet al roep ik nog zo luid
En misschien zien ze me wel
maar niet wie ik echt ben en dat ik leef in een hel..
Niet dat ik wil dat ze het weten,
dat ik waardeloos ben, en het liefst word vergeten.
Dat ik het liefst weg wil kwijnen in zelfmedelijden,
oplossend in het niets,
en stiekem hopend op iemand die me kan bevrijden..
Iemand die me begrijpt, en me niet in de steek laat
die me advies geeft en raad.
Ik weet je loopt hier ergens rond,
niet bewust van mijn bestaan,
maar god als je eens wist hoe hard ik je nu nodig heb,
zou je dan naast me komen staan?
Zou je mijn hand vast pakken,
je armen om me heen slaan?
Zou je door me heen kunnen kijken?
De lasten zien die ik draag en ze delen zonder te bezwijken?
Zou je het meisje zien dat ik eens ben geweest,
of hetgeen ik ben geworden?
Ik ken je niet, en ik betwijfel of ik je ooit zal leren kennen.
Ooit had ik het gevoel te verdrinken in een poel van hoop,
Ik vond het verschrikkelijk want ik wist het toen,
en nu weet ik het ook,
Dat hopen voor dromers is en dat er niks mee wordt bereikt,
want de volgende ochtend word je wakker in hetzelfde bed,
zelfde kamer, zelfde huis.
Niks is veranderd en het zal ook niet veranderen,
hoe je het ook bekijkt.
Dus ik zeg je nu alvast sorry,
voor mocht ik je tegenkomen,
wees dan niet verbaast wanneer ik je zeg,
dat ik gestopt ben met dromen.