je bent mijn ogen,
als ik niet kan zien,
als alles rond mij lijkt te verdwijnen.
je bent mijn mond,
als ik niet praten kan,
als alles zo verward is ,
dat ik niets meer weet.
je bent mijn armen,
als ik niet kan omhelzen,
dan streel je me
zachtjes over mijn rug.
je bent mijn hart,
als het mijne niet klopt.
als alles zo verwarrend is,
dat mijn adem stokt.