We zitten in de schaduw onder een boom in het bos.
Niemand is in de buurt, we zijn helemaal alleen.
De vreemde schoonheid van donker gekleurde bladeren en kaal wordende bomen, een herfstdag die de zomer doet verdwijnen.
In de schaduw onder de boom ontsnapt een zonnestraal de boombladeren die je lieve gezichtje verwarmd.
Ik zie je prachtige ogen, de mooiste lach die ik ken en de liefste blik die mij ooit is gegeven.
Urenlang liggen we onder de boom,
Mijn meisje in me armen,
Jou adem in me nek.
De uren verstrijken en ik kom erachter,
Dat dit een prachtige duivelse droom is die de werkelijkheid nog meer pijn bezorgd dan die al heeft.
x - mijn droom