...
Ik heb zin in zinnen, vormelijk en frivool
zo rond als vrouw - billen in de morgenstond
waar laken in losse plooi al jachtig afgegleden
ligt te schemeren als een glimlach op de mond
en waar kleurrijke vogelveren blinken als viool-
snaren klinken in het open venster vol ochtend blond
O ik heb trek in teksten, luisterrijk en volmondig
zo vrij als vrouw - in zomer - naogend, meelopend
de glans van dans en huid en buiten zinnen
een onnavolgbaar spoor van speelsheid waar, wanhopend
jonge heren zich verliezen in een heimelijk en zondig
kijken - het brons haar borst, haar blouse stil geopend
Ach wat heb ik een dorst in dromen, broos en lief
zo pril als vrouw - jong haar eerste vlam blazen wil
waar blozende wangen liggen als mousserende wijnen
in de kelders van het verlangen, voorzichtig van bil
O het spel van zij, het waardevolle hart en hij, de dief
wijl hun taal zich teder neerlegt op mijn papil
F.