Jij bent weg,
dat is iets wat ik liever niet zeg.
Maarja zo is het,
Lig ik op bed,
sta ik op de grond,
of val ik,
dan zie ik tranen op me wangen.
Maar ik geef de moed niet op,
Want ik vond je zo top.
Mijn voeten zakken diep weg,
Recht in de grond.
Daarna ging ik dieper,
Ik wou weg met een zwieper.
Zo wou ik mijn gedachten legen,
dat leek me heel gedegen.
Maar ik blijf de moed houden,
Anders blijf ik alleen maar rouwen.
De moed dat je voor me staat,
En dat je me opnieuw raakt.
Met je liefde,
En me weg haalt uit deze diepte.
Deze moed is er,
En ik geef hem niet op.