Witte en rode kool
In mijn tuin staan z’in formatie
Van welk ras is ‘t raden naar
Nee, geen ras discriminatie
Met hun wortels door elkaar
Op dat kleine stukje aarde
Amper plaats voor hun getwee
‘k Dacht toen ik naar hun staarde
God, wat zijn die twee tevree
Mocht dat bij de mens ook lukken
Misschien hebben we teveel grond
Wacht, ik ga mij even bukken
En hen vragen hoe dat komt
’t Antwoord zal ik nooit vergeten
’t Zat vervat in stil gebaar
“ Zachtjes komen wij tevreden
In het zelfde potje gaar “
Danjel