de maan zo vol en rond
zoals hij daar nooit eerder stond.
hij is zo groot dat hij nu van de wolken is ontbloot.
de nacht zo zwart ik hoor het bonken van mn hart.
hij gaat sneller tekeer de krampen die ik krijg doet zeer.
ik val met mn knieen op de grond ik begin me tevoelen als een hond.
ik zie nu de vollemaan in het meer mn lichaam gaat nog erger tekeer.
een staart lange tanden lange nagels mn rug staat bol mn vacht word ruw
en mn ogen staan schuw.
de maan geeft me kracht.
ik sla aan het moorden vanacht.
van de smaak van bloed dan wil ik meer.
eens per maan en niet meer.
en dan, een man met zilver knald me neer.
dan was dit echt de laaste keer.