alsof de zon een jas aanheeft;
maar bij de naden steken stralen
toch naar buiten; dat is wat ‘k zie
door ‘t favoriete glas
mijn lippen zoenen jou en toch
voelt rand van ‘t glas koud in mijn hand
is het niet echt wat 'k wou
vogels vliegen in een boog
de lucht die ook wel buigt
in hemel die onzichtbaar is
vechten zich een weg naar buiten;
je adem wasemt en met een vinger
teken ik groeven na, ken ik de trekken
van je gezicht zelfs in het duister
maar door naar maan te reiken
strekt hand zich verder dan
voorbij wat mij het naaste is
en op het einde, als elke hoop verloren
Auteur: sunset | ||
Gecontroleerd door: | ||
Gepubliceerd op: 22 september 2010 | ||
Thema's: |