het park was gevuld met effe, groentjes, stijve banken
die brutaal uitnodigend, kaars recht, naar mij zaten te wenken
ik deed inderdaad of ik ze niet en nooit wilde kennen en dan nog
en riep snel : op naar het echte theater of ik ga alweer niet
voor een kaart op de een-na-beste rij met hozende teddies
waarvandaan en met wie je alles en nog veel meer
net zo duur kon zien als je de tijd wilde stoppen om te verliezen
een vrouw schilderde met hoepel-op stoepkrijt
en haar sobere, intogende ziel op een ontmoeten plein
tussen de niet-ter-zake doende wensenmensen
een meesterwerk dat was bijna af voor haar zichtbaar
wat ze niet aan een museum kon wonen of verhuren
sterk als ze daar in haar heilig-moeten stond
kreeg ze een of melkandere gouden geest
die ze nog miskende uit een historisch rijk verleden
terwijl de ene na de andere, goedgelijkende munt
doelgericht naar haar, vol liefde, werd geworpen
eerbiedig knielde ze voor haar gevallen idealen
voor de kerk waar toeristen moesten wezen
druipend van de geinigste zonnebrandcollectoren
eventjes een zo-dat-ook-weer-gezien kochten
en veegden hun voeten of hun gat, best mogelijk
zodat ze geen smerig stinkend, bedorven visioen
stiekem mee naarbinnen zeulden zoals niemand
van het heilig, veilig, doneren en hun kelen smeren
op goed gevoel, de swing uit het werk keken
na de het-was-het-wel- waard kerk, was de hele stad toe
aan een goede, eenmalige, grondige afstofbeurt
niets was er meer heel en aan het zien ontbrak het gewoon
geen mensen te bekennen achter de godverlatenheid
dus snel werd de vergiste honger stiller, hij moest wel
en begon onder het aangedaan tafelen een stille mars
langs mijn kunstbeen, dat in ruste lag (hoe is het mogelijk!)
aan een tafel of een breuk, de eenvoudige optelsom des levens
maar dat moet u mij geheel onthouden, tot we samen zijn
ik was al blij dat ik nog eens wist dat de borden vol krijt waren
en waarom ik ueberhaupt deze hele vermoeiende
onderneming in principe tot in de restauratie had gepland
en zou willen doorstaan, maar het water spoelde koud
het ontstane woord en beeld, dat arm-in-arm ging, in heilige vlammen
voorgoed naar de rijkste der kunstmatige beademers en prenten
voorwaar, als dit geen zegen is dan bid ik u niet meer toe