Wie zei dat loslaten een eitje was
Laat het los, gooi het van je af
Kijk niet om, neem wat het je gaf
Het heeft je gegeven en van je genomen
Rationeel kan ik daar zeker inkomen
Maar wat te doen met die spoken
Die mij achterna jagen in mijn dromen
Welke ik bevecht in het donker van de nacht
Waar angst een plek kreeg om te wonen
Krijgen ze nog steeds dat beetje macht
Zijn hun gezichten verwaterd met de tijd
Doen ze er eigenlijk helemaal niet meer toe
Vormen ze ‘het’ gezicht van mijn eigen strijd
Reflecties voor de eens opgelopen wonden
Nagalmen in het zeer van verdriet en nijd
Die in mij een plaats van bestaan vonden