Onder deze grafzerk lig ik niet alleen
Er zijn meer dan alleen maar wurmen om mij heen
Wel is het koud hier onder de zoden
Maar achter mij liggen nog een stel doden
Soms praten en kletsen we wat
Met heel af en toe een kopje thee
En heel soms brengt die ene van schuin tegenover
zijn buurvrouw mee.
Nooit geweten dat het zo gezellig kon zijn
Wel moet ik uitkijken
Want mijn botten zijn zo broos als porselein
Laatst ben ik nog een been verloren
Maar ja wat zal ik mij daar nu nog om bekoren?
Met niks of niemand meer rekening te houden
Kan lekker aanpappen met elke man
Van niemand meer in de ban
Wat een geluk toch een verloren ziel
Ik kan lekker doen wat ik wil
Want de kans dat dat mijn dood zal worden is nihil
**************************************