Zijn handen bewegen hardhandig over mijn huid
Breeduit lig ik alsof er kortsluiting is en mijn lichaam
Levenloos achtergebleven is, behoedzaam en stil
Geluidloos gil ik van binnen. Ik adem zijn naam.
De woorden die hij zegt blijven steken in mijn hoofd
Totaal verdooft blijf ik achter, geknapt als een gebroken
Marionet omgetoverd tot de spoken van mij dromen
Heb ik zijn woorden als waarheid aangenomen