ze zei met wijdopen ogen
toen 'k die gesloten hield,
't is negen jaar geleden,
die laatste nacht, die kracht,
'k voelde mij
'n onwaardige minnaar,
praatjesmaker, dromer, dwaas
en 'k miek inderhaast,
haar tere voeten nat
want 'k had haar gemist,
naar duizend en één reden gevist,
waarom, opdat, omdat,
rood was de kleur
die zeven plus zeven geleden
beslist had,
roerloos op mijn rug plat,
stekende borstpijn,
een gebroken rib,
die zij uit mij
als 'n tand had gezwikt