Filoëzie
Uit 'Teruggekeerd'
(doorlopend gedicht)
DE LIEFDE
Onzichtbaar.
Hij was zichtbaar: dit lichaam ben ik!
Wat was dat onzichtbare dat niet te grijpen
was? Steeds was hij verwikkeld in een
verlangen naar een lichaam dat het zijne niet
was. Woedend, het was niet te grijpen, het
was niet te begrijpen. Alle geweld deed hem
menen, dat het bezit van hem was. Het spel
van aantrekken en afstoten tot de liefde, het
bindmiddel dat bijeen bracht, omdat er een
illusie van het zelf geboren was.
O, ze waren sterk, ze zijn sterk die twee.
Man en vrouw, daar gaat het om in het leven.
Dat is het geheim van het leven. Een geheim
dat alleen maar een geheim is voor het ik, dat
denkt dat het leeft. Het ik wordt telkenmale
versterkt door die handelingen die het leven
niet aangaan.
Het kan niet sterven, want om het ik te laten
sterven is er liefde nodig, veel liefde. De
liefde die alle voorrang heeft, want zij
betekent het leven.
Deze liefde heeft voorrang op alle soorten van
liefde. Wie de bereidheid niet opbrengt, kent
geen liefde.
Dit is dus liefde, enkel langs deze weg kan de
liefde geleerd worden. De allesoverstijgende
liefde, liefde overstijgt altijd alles. De
bereidheid te lijden voor het kind, is de
liefde. Het opgeven van het onbezorgde zijn.
Dit is het leven, het leven dat de bovenhand
heeft op de lichamelijke dood. De grote
verzoening met de onvermijdelijke lichamelijke
dood is het kind. Het leven dat blijft, altijd
zal er het kind zijn. De liefde.