Struikgewas
Plant je voort
Ding van mijn postuur
Je handvormigge bladeren, bloemen, en vruchten
Het dode gewas op de aarde
Het dode gewas deert je niet
Je eeuwig mooie aanschijn
Onafhankelijk van een uurwerk
Je bladeren, je bloemen, je vruchten
Vierentwintig op vierentwintig uren geestelijk voedsel
Geen fijn stof rond je kruin
Zuurstof allom
Bijna een geur der evenaasten
Geen breuk dat je deert
Je heerlijke omvang
Tijdens de vier jaargetijden
En tijdens de dagen, weken en maanden
Maar vooral iedere tiende seconde
Steeds opnieuw
Dit geluk kan ik niet bijbenen