Ik heb vannacht de zon gezoend al was het er op hakken
ik dacht ik leun wat sterker door opdat ze wat zou zakken ze zoende me zo liefelijk héél zachtjes op de mond
verloor geheel het noorden toen en tolde naar de grond
Ze ving me met haar straaltjes op zoals er zonnen doen
behoedde me voor vallen schonk me een negerzoen
we deelden er het zoete saam heel graag zelfs van mijn kant
en toen ik stoer wat flirten wou stond ik al lang in brand
De remmen rookten zich een pluim want echt dat kwam ervan
en toen ze opeens sjoelen wou nou ja daar lag ik dan
een boom een eik een olm een iep en was er nu wel zeker van
dat ik vannacht niet sliep
Nog jong de nacht de uren loom ik heb nog liggen denken
of niet op het laatste moment dit gevoel zou zwenken
maar de rooie kater dondersteen die ongemerkt verscheen
die streelde zacht men onderbeen en toen wist ik het weer
Ik ben die nacht gebleven niets moest er nagedacht
een woordeloos bevangen en wonderlijk bedacht
toen zag ik duidelijk in de maan toen men zonnetje verdween
met weemoed in het hart een prachtig bovenbeen ..