Ik gebruik je als kapstok,
als is je gebeente verpulverd tot as:
een imaginaire botstructuur om mijn hersenspinsels te torsen.
Laten we er een toneelversie van maken:
"Sticks and stones and swinging bones"
Maar we hadden het over typificaties,
ramificaties,
aan de hand van een herinnering:
bij nachte dwalend door het plantsoen,
de man met de stokjes
en ik, veroordeeld tot toekijken
en jij, elders en nog onwetend
tot ik me dit verhaal liet ontvallen.
Je grijnsde: die stokjes zouden eeuwig blijven
hangen in het luchtledige
van waar een park was en nu weer lucht.
En ik, volstrekt aanwezig maar onwetend
dat jij me dan al zou ontvallen
TB of niet TB, oktober 2008