Een donkere kamer.
Zonder enige licht.
Ik knipper met mn ogen.
Een poging om iets te zien.
Ik zie iemand staan.
In de hoek.
Waar zijn we?
Vraag ik.
Hij zegt niks.
Loopt op af.
Gniffelt zachtjes.
En duwt me op een bed.
Wat wil je vraag?
Hij zwijgt nog steeds.
Maar zijn handen raken mijn aan.
En hij begint harder te ademen.
Ik kijk hem angstig aan.
Zijn handen glijden langzaam naar beneden.
Hij zwijgt.
En ik probeer woorden te vinden.
Mijn stem laat het afweten.
Mijn handen kan ik zelf niet meer bewegen.
Zijn stem in mijn oor.
En zijn handen duwend op mij.
Ik gil,
in mijn hoofd.
Ik jank.
in mijn hoofd.
Ik schop,
in mijn hoofd.
Ik schreeuw,
in mijn hoofd.
Ik sla hem,
in mijn hoofd.
Hij verkracht mij,
in het echt