Wat nog is hangt laag in de nacht.
Breekbaar leed spoelt rauwe zinnen de betrekkelijkheid in
en kust de pieken van de angst.
De koele gloed van verkillend bloed huivert niet.
Geen licht meer deze laatste nacht
de hemel roet.
Een draagbare donkerte
sneeuwt gitzwarte schaduwen.
De kaarst taant en likt de laatste restjes.
Sterven gaat vanzelf