Ik zie een ster door mijn raam,
daar boven aan de horizon.
Ik wil er heen met een luchtballon.
Ik wil de ster pakken ik wil erheen.
Dat is nou iets dat ik echt meen.
Wat een toestand wat een ramp,
de ster lijkt net een mooie lamp.
Maar dan verder ver weg van mij.
Ik wil verder, naar de eerste rij.
Ik wil het pakken zo schijnend in mijn hand.
Ik laat het schijnen door heel het land.