Steeds weer, blijf ik hopen,
Op iets wat nooit zal komen.
Tot diep in de nacht te wachten,
Op iets wat nooit zal komen,
Het kleinste signaal,
dat jij afgeven zou.
Steeds weer, verwacht je iets,
Maar blijf je achter in het lege niets.
Steeds weer, blijven hopen,
Maar niet weten op wat.
Weer blijf je achter in dat lege gat.
Steeds weer hopen dat er iets gebeurd,
Steeds weer hopen op iets dat je opbeurt,
Maar je weet, dat het enige dat dat is,
Van jou komen kan.
Als je elkaar weer ziet,
Zullen de tranen van blijdschap gaan lopen.
Maar steeds weer blijf je hopen,
En bijna moet je het met tranen bekopen.
Steeds weer, geen reactie,
Steeds weer, neem je zelf die kleine actie.
Steeds weer,
Ach, je trapt er steeds weer in...