Glas
In een weids gebaar
uitgeschonken door de moeder
al gevuld met dorst
en de handjes om het glaasje
nu nog drijvend hout
op de diepte zonder einde.
Elke zin, elk gelaat, elke kus
trekt de leegte in de glasmond
elke daad, elk vaarwel, elke dood
duwt de volheid naar de bodem.